Afgelopen week kwam ik weer een klassieker tegen. Enthousiast en met een frisse blik reed ik in alle vroegte naar de andere kant van het land. Op de locatie werd ik ontvangen met koffie en de rook van sigaretten die door de open keukendeur weer terug de keuken in kwam.
Een observatie stond voor vandaag op de agenda. Gewoon eens meekijken en teruggeven wat je zoal ziet en denkt. Vriendelijke professionals die bereid waren zich te laten observeren in hun complexe werkomgeving. Knap hoe je je kwetsbaarheid durft te tonen aan iemand die tot dat moment nog volledig vreemd voor je is.
De dag ving aan en al snel mocht ik het eerste contact maken met één van de bewoners van deze bijzondere omgeving. Op weg naar de slaapkamer van deze persoon draaide de professional met wie ik mee op pad mocht zich om en keek me doordringend maar ook enigszins schuldbewust aan en sprak de magische woorden: ‘Niet schrikken!’
Dit advies legde ik direct ter zijde en besloot, hoe ingewikkeld ook, maximaal te schrikken bij de eerstvolgende gelegenheid. Dit moment kondigde zichzelf snel aan. De ruimte die slaapkamer werd genoemd was een kale, ongezellige, vies ruikende ruimte met daarin een groot metalen bed met molest bestendig matras en dito dekbed.
Ik schrok ondanks de vooraankondiging flink.
De opmerking van de medewerker bleef mij bezighouden. Niet schrikken!
Alles was afwijkend van hoe bijvoorbeeld bij ons thuis een slaapkamer is ingericht of een douche- en toiletruimte. Een mogelijkheid tot privacy was hier niet aanwezig.
Voorzichtig stelde ik hier wat vragen over en al snel werd duidelijk dat de professionals en persoon in kwestie elkaar in een soort houdgreep hielden.
De kans op probleemgedrag en het ‘nog’ verder terugvallen was zo’n vaste overtuiging dat elke beweging meer zuurstof en daarmee vertrouwen in verandering zou ontnemen.
De omgeving, het programma maar ook de stijl van begeleiden waren allemaal omwille van het voorkomen van gedoe ernstig verschraald.
De lol was er af. Ritmes waren doel op zich geworden. Activiteiten verliepen volgens vaste patronen die dag in dag uit werden gevolgd.
Medewerkers maakten een wat vermoeide indruk en ook de cliënt verkeerde niet in topconditie. Het leek een parallel proces wat zich dag in dag uit voltrok.
Alles wat afwijkend was werd door de professional verantwoord door de mogelijkheid op probleemgedrag te benoemen. Tegelijk zag je dat de cliënt in kwestie zo op het oog redelijk adequaat de actie-reactie-patronen wist te benutten.
Als voorbeeld: Een onverstaanbare kreet leverde al snel een vriendelijke medewerker dicht in zijn nabijheid op, die uiterst vriendelijk vroeg of hij een kopje koffie zou lusten. Een tweede kreet leverde een koekje op. Al met al een wonderlijk tafereel.
Hoe is dit ontstaan?
Welk verlangen wordt hiermee gediend?
Is dit het beoogde perspectief?
Past dit in de voorgenomen visie?
Waarom niet schrikken?
Schrik je elke ochtend een hoedje!
Maak een afspraak met al je collega’s om te zeggen hoe erg je geschrokken bent.
Laat anderen ook eens schrikken.
Als je dag in dag uit heel complex werk doet moet je maximaal gefaciliteerd worden. Wakker en fris, scherp en alert, zoeken zoeken zoeken en erbij kunnen lachen met elkaar. Het is niet morgen beter. Al dit soort processen hebben tijd, reflectie en gesprek nodig maar bovenal de bereidheid om telkens weer opnieuw te schrikken.
Kijk met elkaar nog maar eens opnieuw en schrik je allemaal een hoedje!
Leer opnieuw naar jezelf en de cliënten kijken, durf kwetsbaar enige reflectie toe te laten.
Als je echt wil samenwerken is kwetsbaar opstellen geen kwestie van durven, maar aanvoelen dat het kan. Probeer je met je team bewust te worden van de professionele context waarin je met elkaar zoveel invloed hebt.
Zoek een uitweg of bepaal een richting maar ga iets doen.
Gaat het om de reis of de bestemming?
Ik zou zeggen het gaat vooral om het gezelschap!
Ga het doen!
Opmerkingen